Wat inspireert mij?
Ik begon mijn betaalde werkzame leven ooit in het vormingswerk, waar het er om ging, de jongeren die nog partieel leerplichtig waren, dingen te leren, waarmee ze in het maatschappelijk leven uit de voeten konden. Afhankelijk van de leeftijd ging dat om één, bij 17 jaar, of twee dagen, bij 16 jaar. Daarnaast zouden ze aan het werk zijn, wat meestal niet zo was. Er kwamen dingen voorbij, als leren lassen, bromfietstechniek, koken en fotografie. Ook Nederlands, typen en maatschappelijke vorming maakten een belangrijk onderdeel uit van het programma. Voor een aantal groepen was daar de Nederlandse taalles.
In de jaren ’80 ging dit vormingswerk op, eerst in het kort middelbaar beroepsonderwijs, en later in het Middelbaar beroepsonderwijs. Ik moet echter nog vaak terugdenken aan die tijd en of dat komt doordat ik ouder wordt of omdat ik de dingen van toen nu herwaardeer wil ik in het midden laten.
Wat me in elk geval nu wel duidelijk is, dat ik weer terug ben bij mijn oude beroep: vormingswerker pur sang. Niet met de connotatie van toen, met de onherroepelijk idealistische inslag die het werk toen had. Maar gelukkig heb ik nog wel een restje behouden van mijn oude inspiratie, een beetje van die idealistische inslag bleek onverbeterlijk te zijn. En daar ben ik maar wat blij om.
Het werk gaat nu een veel bredere doelgroep aan. Kernpunt van mijn werk is het gebied waar mensen in beweging zijn, of in beweging willen komen. Individuen en groepen. Ik ben terug op mijn oude stek zogezegd.
In het onderwijs werken bevlogen mensen. In de voortdurende veranderingscultuur die hoort bij de huidige tijd, lijkt het of veel van die bevlogenheid verloren gaat. Dat lijkt haast een gegeven te zijn geworden. Juist dít stel ik ter discussie.
Onderwijsvernieuwing is een zaak voor iedereen die werkzaam is in het onderwijs. Het is geen zaak van onderwijskundigen en management alleen. Zoveel ‘vernieuwing’ gaat verloren in het moeilijke proces waarin het is uitgedacht naar de plaats waar het wordt uitgevoerd, de huidige leeromgeving. Doceren is meer dan overdracht van kennis. Doceren is inspireren en uitdagen tot nieuwsgierigheid, de ander leren gebruik te maken van de eigen groeiende zelfstandigheid.
Docenten zijn professionals die binnen dat proces een cruciale rol spelen. Inspelen op dat proces zie ik als mijn missie. Daar een rol in spelen, zodat onderwijsvernieuwing geen doel op zich is, maar voorwaarde voor inspirerend onderwijs.
Het werken op het grensgebied van de praktijk en het implementeren van vernieuwingen die horen bij het voortdurende veranderingsproces waarin een organisatie zich beweegt, heeft mijn bijzondere interesse en aandacht.
Ik herken van daaruit de vragen, de effecten, de verwachtingen en de onzekerheden die mensen binnen de organisatie hebben, die de afnemers van die organisatie hebben en die de organisatie in de persoon van het management heeft. Ik zie dat dat bij de verschillende partijen tot wisselend enthousiasme of moeite leidt. Ik meen dat het bij veranderingsprocessen zaak is dat, aansluitend bij de lerende zelf, de lerende organisatie in dit geval, alleen gewerkt kan worden naar een door alle partijen gedragen veranderingsbereidheid, wanneer men elkaar herkent en accepteert in sterke en minder sterke kanten.
Mijn uitdaging is het implementatieproces dusdanig vormgeven en begeleiden dat alle positieve effecten die zijn uitgedacht ook geconcretiseerd worden, zonder dat er bij de vertaling naar deelnemers en docenten essentie en betrokkenheid verloren gaat. Met als enig motto: “het onderwijs: daar hebben we zin in!!”