Geboeid door een interview met Yo-Yo Ma die vertelde hoe belangrijk het is geweest voor hem dat de directeur van het concertgebouw indertijd alle vertrouwen in hem had, moest ik denken aan die keer dat mijn oom Jan me de sleutel in de hand gaf van zijn auto, zodat ik naar huis kon rijden. Ik die al tijden niet gereden had, ik weet nog hoe zenuwachtig ik me voelde, bij het panische af.
Een beetje bonkig, dat wel, maar de woorden: “Je hebt toch je rijbewijs? Nou dan… “en toen die dikke grijns van hem….. die zie ik nu nog voor me…
Maar zijn toon, zijn stem én zijn woorden waren niet alleen geruststellend, ze boorden ook een heel klein stukje aan binnen in mezelf dat verstopt was en nu tevoorschijn kwam: zou het niet waar kunnen zijn, dat ik het kan? Hij heeft gelijk, ik heb m’n rijbewijs, al ga ik alleen maar voor hem nu in die auto zitten….
Ik nam de sleutel van hem over en reed, wel voorzichtig en op de rechter rijbaan, naar huis, 78 kilometer verder. Ik moet er nog vaak aan denken als ik nu, wel ook op de linkerrijbaan rijd.
Schrijftip naar aanleiding van dit fragment:
Beschrijf een moment waarop je, misschien tegen jezelf in, vertrouwen kreeg in dat wat er te doen stond. Sta eerst even stil bij het moment, zodat je tijdens het schrijven als in een soort flow kunt doorgaan zonder je pen van het papier te halen.