Dat boekje had ik nog in de kast staan

Op een van de vakantiereizen, die we meestal fietsend doorbrengen en waarbij we grote afstanden afleggen, veel zien en soms mensen spreken waren we aan het eind van de middag neergestreken op een klein trekkersveldje in het midden van Duitsland, liggend aan de Limesroute, een route langs de grenzen van het voormalig Romeinse rijk.

Net klaar met de laatste pin in de grond slaand, fietste er een wat ouder lijkende meneer het terrein op. De meeste vakantiefietsers zijn te herkennen aan de ondertussen bijna onverslijtbare Ortlieb-fietstassen, sportieve fietskledij en een op de tocht toegesneden fahrrad. Deze meneer had geen van deze dingen en vroeg daardoor de aandacht. Zijn geklede, donkerblauwe broek had hij tot op kniehoogte opgerold, zijn nette schoenen zagen er duidelijk niet echt op hun gemak uit en achterop zijn vouwfiets zat een niet al te grote tas gebonden.

Nadat hij zijn tentje, zonder voorkant had opgezet en uit een broodblik zijn maal had genuttigd, raakten we in gesprek. Gebruikelijkerwijs wissel je dan reiservaringen uit, goede tips en adviezen en geef je je enthousiasme voor de tocht door aan de ander.

Deze meneer vertelde de volgend ochtend vrolijk dat hij door de gesprekjes de zekerheid had gekregen de tocht tot het eind te zullen kunnen gaan maken. Hij had 20 jaar geleden een boekje gekocht in zijn woonplaats Zürich met daarin een reisbeschrijving naar Wenen.

Hij was nu op de helft, en ook al was de ergonomie van zijn fiets niet geheel optimaal, het gezamenlijk genoten enthousiasme had de doorslag gegeven: dat wat hij zich ooit voorgenomen had, ging hij nu ook gewoon uitvoeren. Een mooi effect van zo’n ogenschijnlijk onnozel gesprekje op een camping.